Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boe·ken·we·reld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boekenwereld boekenwerelden
verkleinwoord boekenwereldje boekenwereldjes

Zelfstandig naamwoord

de boekenwereldv / m

  1. alle mensen die te maken hebben met het schrijven, produceren en verkopen van boeken
     Jevgraf Zjivago liep de gang op, die vol stond met onbekende collega's van de dokter, schoolvrienden, lager ziekenhuispersoneel en mensen uit de boekenwereld.[2]
     Van Nispen tot Sevenaer is ruim zeven jaar directeur van de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek geweest. De stichting is het marketing- en communicatiebureau van de Nederlandse boekenwereld en is organisator van evenementen als het Boekenbal.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot  , ISBN 9789028261396
  3.   Weblink bron “Directeur CPNB vertrekt naar Beeld en Geluid” (14-11-2017), NOS