Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boe·ken·bon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boekenbon boekenbonnen
(boekenbons)
verkleinwoord boekenbonnetje boekenbonnetjes

Zelfstandig naamwoord

de boekenbonm

  1. cadeaubon waarmee de ontvanger een boek naar eigen keuze kan kopen
    • Een boekenbon kun je geven aan iemand die van lezen houdt, maar waarvan je niet weet welk boek hij zou willen hebben. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be