Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boe·ken·be·zit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boekenbezit
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het boekenbezito

  1. verzameling boeken waarvan iets of iemand eigenaar is
     Het is geen wonder dat er ‘gaten’ zijn gevallen in de boekenkasten, want bijna een derde deel van het boekenbezit is opgeruimd.[1]
     Er staat een laptop in het Geert Grootehuis aan het Lamme van Dieseplein, waarmee gemakkelijk en snel het boekenbezit is in te zien.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Steeds meer ‘gaten’ in de boekenkasten” (05-10-2006), Tubantia
  2.   Weblink bron
    Martijn Ubels
    “Deventer Geert Groote Huis opent bibliotheek” (28-01-2019), Tubantia