bluejeans
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- blue·jeans
Woordherkomst en -opbouw
- van Engels blue jeans, in de betekenis "spijkerbroek" aangetroffen vanaf 1956 [1][2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bluejeans | bluejeans |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de bluejeans m
- (kleding) broek die uit blauwe denim wordt gemaakt
Oorspronkelijk werkkleding voor arbeiders maar sinds de tweede helft van de 20e eeuw veel gedragen als vrijetijdskleding of als mode.- Het is 1953, in de speelfilm Wild One leunt Marlon Brando nonchalant tegen zijn motor. Hij draagt een leren motorjack met daaronder een verwassen Levi’s 501 met omgeslagen pijpen. Voor die tijd werd de bluejeans, in 1873 bedacht door Levi Strauss, vrijwel alleen gedragen door werklieden en cowboys. [4]
Synoniemen
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord bluejeans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bluejeans" herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ bluejeans op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "bluejeans" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wouters, N.Ultra kort, skinny en gekleurd (17 maart 2012) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-06-17
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be