Nederlands

 
bloemmotief
Uitspraak
Woordafbreking
  • bloem·mo·tief
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bloemmotief bloemmotieven
verkleinwoord bloemmotiefje bloemmotiefjes

Zelfstandig naamwoord

bloemmotief o [1]

  1. (kunst) een herhalend patroon van afbeeldingen van bloemen als versiering
     Zomercollectie 1969: een witte zomermantel en een wit gazen zomerjurk met bloemmotief[2]
     Een eenvoudig gehaakt bloemmotief. Van misschien wel eerder gebruikte witte wol. Treffender kan een uiting van meeleven met de vermoorde Oldenzaalse lerares tekenen en handvaardigheid Diana Winkel niet zijn.[3]
     Richard Quinn: een korset gemaakt van gerecyclede airbagstof en voorzien van een blauwwit bloemmotief.[4]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Frans Molenaar in beeld” (12-01-2015), NOS
  3.   Weblink bron
    Roel Lutkenhaus
    “Carmel rouwt om vermoorde lerares” (27-10-2008), Tubantia
  4.   Weblink bron “Autofabrikant Hyundai verkoopt mode bij Brits warenhuis” (14-10-2020), Tubantia