Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ble·ven bo·ven
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
bovenblijven

bleven boven

  1. meervoud verleden tijd van bovenblijven
    • Wij bleven boven. 
    • Jullie bleven boven. 
    • Zij bleven boven. 


Gangbaarheid