Spaans

Werkwoord

vervoeging van
blandir

blandimos

  1. eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van blandir
  2. eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van blandir
vervoeging van
blandirse

blandimos

  1. eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van blandirse
  2. eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van blandirse