blandiese
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van blandir
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van blandir
blandiese
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van blandirse
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van blandirse