Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bil·streek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bilstreek -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de bilstreekv

  1. (anatomie) het deel van het lichaam rond de billen
    • De bilstreek was geïrriteerd door de operatie. 

Gangbaarheid