bijvullen
- bij·vul·len
- samenstelling van bij en vullen
bijvullen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bijvullen |
vulde bij |
bijgevuld |
zwak -d | volledig |
- iets wat niet meer helemaal vol is voller maken
- De truc van Volkswagen kennen we. Volkswagen bouwde in dieselauto’s software die merkt wanneer de auto op de rollenbank een testrit rijdt. Zo ja, dan maakt de auto het uitlaatgas schoon. Zo nee, dan niet. Dat scheelt vermogen, brandstof en vervelende vloeistoffen die je moet bijvullen. Maar de lucht wordt er wel viezer van. Volkswagen gaf de fraude toe en moet nu miljardenboetes betalen, auto’s repareren en talloze rechtszaken afhandelen. [2]
- Het woord bijvullen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bijvullen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Carola Houtekamer 7 juni 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be