Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·ge·recht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bijgerecht bijgerechten
verkleinwoord bijgerechtje bijgerechtjes

Zelfstandig naamwoord

het bijgerechto

  1. (voeding) klein, licht gerecht dat als begeleiding bij een andere maaltijdgang (meestal het hoofdgerecht) wordt genuttigd.
    • Als bijgerecht namen we gebakken banaan. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid