Nederlands

 
bierblikje als zwerfafval
Uitspraak
Woordafbreking
  • bier·blik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bierblik bierblikken
verkleinwoord bierblikje bierblikjes

Zelfstandig naamwoord

het bierbliko

  1. blikje dat zonder hulpmiddel geopend kan worden waarin bier gebotteld is
    • Na het openluchtfestival lag het hele park bezaaid met bierblikjes. 

Gangbaarheid

Verwijzingen