bewindsvrouw
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·winds·vrouw
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bewind en vrouw met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bewindsvrouw | bewindsvrouwen |
verkleinwoord | bewindsvrouwtje | bewindsvrouwtjes |
Zelfstandig naamwoord
de bewindsvrouw v
- (beroep) een vrouwelijke bewindsman, vrouwelijk lid van de regering
- De bewindsvrouw verdedigde haar beleid in de kamer.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord bewindsvrouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.