Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·win·den
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de bewindenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bewind

Gangbaarheid

61 % van de Nederlanders;
61 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be