bewegingsmogelijkheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·we·gings·mo·ge·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bewegingsmogelijkheid bewegingsmogelijkheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bewegingsmogelijkheidv

  1. gelegenheid om te kunnen bewegen, de omstandigheid dat je kunt bewegen
    • Iedere werkgever moet zijn werknemers bewegingsmogelijkheden geven tijdens de pauze. 

Gangbaarheid