Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·voor·de·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bevoordelen
bevoordeelde
bevoordeeld
zwak -d volledig

Werkwoord

bevoordelen

  1. overgankelijk iemand ~: aan iemand bijzondere gunsten verlenen
    • Zij zijn daardoor jarenlang bevoordeeld. 
     "Het gaat dus om regels of processen die direct onderscheid maken en om regels of processen die op het eerste gezicht neutraal lijken, maar er in de praktijk wel toe leiden dat de ene groep benadeeld wordt en de andere groep bevoordeeld."[1]
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Dit wordt bedoeld met 'institutioneel racisme' (en zo pak je het aan)” (29 juni 2022), NU.nl
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be