Beukengebladerte

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beu·ken·ge·bla·der·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beukengebladerte -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het beukengebladerteo

  1. de bladeren van een of meer beukenbomen
    • Het donkere beukengebladerte gaf een prachtig contrast met de gele herfsttooi van de berkenbomen. 

Gangbaarheid