• be·ste·dings·ruim·te
enkelvoud meervoud
naamwoord bestedingsruimte
verkleinwoord

de bestedingsruimtev

  1. (economie) geld dat men kan uitgeven
     De maatregel, die volgens het FD waarschijnlijk al op Prinsjesdag wordt voorgesteld, is gunstig voor de consument (die meer bestedingsruimte krijgt), voor de schatkist (minder hypotheekrenteaftrek) en voor de bank (die ruimte krijgt voor nieuwe kredieten).[1]
     Het tweede punt waarover de Grieken willen onderhandelen, is de bestedingsruimte van de overheid. Volgens de bestaande afspraken moet de Griekse regering streven naar een begrotingsoverschot van 4,5 procent, waarbij de verplichtingen vanwege de schulden buiten beschouwing worden gelaten. Dat betekent dat de overheid 4,5 procent meer inkomsten moet hebben dan ze uitgeeft. Griekenland wil dat verplichte overschot verlagen, om meer ruimte te krijgen voor nieuw beleid.[2]
  1.   Weblink bron “"Los af met levensverzekering"” (Woensdag 14 augustus 2013, 07:51), NOS
  2.   Weblink bron “Komen Griekenland en Europa nader tot elkaar?” (Woensdag 11 februari 2015, 16:50), NOS