bespottelijk
- be·spot·te·lijk
- Naamwoord van handeling van bespotten met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bespottelijk | bespottelijker | bespottelijkst |
verbogen | bespottelijke | bespottelijkere | bespottelijkste |
partitief | bespottelijks | bespottelijkers | - |
bespottelijk
- uitermate vreemd
- Het is een bespottelijk voorstel om hier alleen nog maar fietsers door te laten.
- Het allerliefst zou ik voor vijftig man spelen en hooguit tien dollar voor een kaartje vragen; theater voor hoi polloi. Ik zou graag de vrekken zien komen, de mensen die niet geïnteresseerd zijn, de mensen die andere plannen hebben, die wel wat beters te doen hebben en die ergens anders moeten zijn, de mensen die uitsluitend komen omdat een kaartje zo bespottelijk goedkoop is dat je wel gek zou zijn als je die kans liet lopen. [1]
- ▸ En dat alles voor de bespottelijke prijs van 1. 600 euro.[2]
1. uitermate vreemd
- Het woord bespottelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bespottelijk" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Harstad, JohanMax, Mischa & Het Tet-offensief 2017 ISBN 9789057598494 pagina 15
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be