beschreeuwen
- be·schreeu·wen
- afgeleid van schreeuwen met het voorvoegsel be-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beschreeuwen |
beschreeuwde |
beschreeuwd |
zwak -d | volledig |
beschreeuwen [1]
- overgankelijk tegen iemand schreeuwen
- Het woord beschreeuwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.