• be·scherm·de
vervoeging van
beschermen

beschermde

  1. enkelvoud verleden tijd van beschermen
    • Ik beschermde. 
    • Jij beschermde. 
    • Hij, zij, het beschermde. 
  2. verbogen vorm van beschermd, voltooid deelwoord van beschermen

beschermde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van beschermd
     Om haar mondhoeken speelde als vanouds die onverschillige glimlach van een vrouw die haar eigen beschermde leventje leidde en het zo allemaal wel prima vond.[1]