Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • berg·stroom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bergstroom bergstromen
verkleinwoord bergstroompje bergstroompjes

Zelfstandig naamwoord

de bergstroomm

  1. een beek die in de bergen loopt
    • We moesten de bergstroom oversteken om bij de kampeerplaats te komen. 
Vertalingen

Gangbaarheid