beredderde
- Geluid: beredderde (hulp, bestand)
- be·red·der·de
vervoeging van |
---|
beredderen |
beredderde
- enkelvoud verleden tijd van beredderen
- Ik beredderde.
- Jij beredderde.
- Hij, zij, het beredderde.
- Ik beredderde.
- verbogen vorm van beredderd, voltooid deelwoord van beredderen
- Het woord beredderde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.