Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·raad·slaagt

Werkwoord

vervoeging van
beraadslagen

beraadslaagt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beraadslagen
    • Jij beraadslaagt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beraadslagen
    • Hij beraadslaagt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van beraadslagen
    • Beraadslaagt!