bepantsert
- Geluid: bepantsert (hulp, bestand)
- be·pant·sert
vervoeging van |
---|
bepantseren |
bepantsert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bepantseren
- Jij bepantsert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bepantseren
- Hij bepantsert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bepantseren
- Bepantsert!
- Het woord bepantsert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.