Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·na·druk·ten

Werkwoord

vervoeging van
benadrukken

benadrukten

  1. meervoud verleden tijd van benadrukken
    • Wij benadrukten. 
    • Jullie benadrukten. 
    • Zij benadrukten.