Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·man·de

Werkwoord

vervoeging van
bemannen

bemande

  1. enkelvoud verleden tijd van bemannen
    • Ik bemande. 
    • Jij bemande. 
    • Hij, zij, het bemande. 
  2. verbogen vorm van bemand, voltooid deelwoord van bemannen