belastingplichtig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  belastingplichtig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·las·ting·plich·tig

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstellende afleiding van belasting en plicht met het achtervoegsel -ig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	belastingplichtig	belastingplichtiger	belastingplichtigst
verbogen	belastingplichtige	belastingplichtigere	belastingplichtigste
partitief	belastingplichtigs	belastingplichtigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

belastingplichtig

1. wettelijk verplicht belasting te betalen

   • Hij is in Nederland niet belastingplichtig. 

Afgeleide begrippen

• belastingplichtige

Vertalingen

    1. wettelijk verplicht belasting te betalen   

Bulgaars: облагаем с данък (bg)

Gangbaarheid

• Het woord belastingplichtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.