Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·las·ter·de

Werkwoord

vervoeging van
belasteren

belasterde

  1. enkelvoud verleden tijd van belasteren
    • Ik belasterde. 
    • Jij belasterde. 
    • Hij, zij, het belasterde. 
  2. verbogen vorm van belasterd, voltooid deelwoord van belasteren