Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·lang·rijks

Bijvoeglijk naamwoord

belangrijks

  1. partitief van de stellende trap van belangrijk
    • Er is niets belangrijks gebeurd. 
     Aangezien Max en Dennis zich vandaag als engeltjes gedroegen, kon het niet lang uitblijven voordat de aap uit de mouw kwam. ‘Mam, wij hebben iets belangrijks te vertellen,’ opende Max op een verwachtingsvolle toon.[1]

Verwijzingen