bekvechtte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bekvechtte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bek·vecht·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bekvechten |
bekvechtte
- enkelvoud verleden tijd van bekvechten
- Ik bekvechtte.
- Jij bekvechtte.
- Hij, zij, het bekvechtte.
- Ik bekvechtte.