bekentenis / biecht door Edouard Hamman

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·ken·te·nis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bekentenis bekentenissen
verkleinwoord bekentenisje bekentenisjes

Zelfstandig naamwoord

de bekentenisv

  1. (juridisch) een verklaring waarin men toegeeft een bepaalde daad gepleegd te hebben
    • Als de bekentenis van de verdachte het enige bewijs is in een strafzaak is het maar de vraag of de rechter dit ziet als een wettig en overtuigend bewijs. 
  2. (religie) biecht, schuldbelijdenis
    • Hij deed een bekentenis tijdens de biecht. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen