Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·keer·de

Werkwoord

vervoeging van
bekeren

bekeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van bekeren
    • Ik bekeerde. 
    • Jij bekeerde. 
    • Hij, zij, het bekeerde. 
  2. verbogen vorm van bekeerd, voltooid deelwoord van bekeren
Verwante begrippen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be