beheren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van beheren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | beheren | te beheren | ||||||||
toekomend | zullen beheren | te zullen beheren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben beheerd | te hebben beheerd | ||||||||
toekomend | beheerd zullen hebben | beheerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
beherend | beheerd | ev. beheer |
mv. verouderd beheert |
behere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | beheer | beheert | beheert | beheert | beheert | beheren | beheren | beheren | |||
verleden (o.v.t.) | beheerde | beheerde | beheerde | beheerde | beheerde | beheerden | beheerden | beheerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal beheren | zult/zal beheren | zult/zal beheren | zult beheren | zal beheren | zullen beheren | zullen beheren | zullen beheren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou beheren | zou beheren | zou(dt) beheren | zoudt beheren | zou beheren | zouden beheren | zouden beheren | zouden beheren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb beheerd | hebt beheerd | hebt/heeft beheerd | hebt beheerd | heeft beheerd | hebben beheerd | hebben beheerd | hebben beheerd | |||
verleden (v.v.t.) | had beheerd | had beheerd | had beheerd | hadt beheerd | had beheerd | hadden beheerd | hadden beheerd | hadden beheerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal beheerd hebben | zal/zult beheerd hebben | zult/zal beheerd hebben | zult beheerd hebben | zal beheerd hebben | zullen beheerd hebben | zullen beheerd hebben | zullen beheerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou beheerd hebben | zou beheerd hebben | zou/zoudt beheerd hebben | zoudt beheerd hebben | zou beheerd hebben | zouden beheerd hebben | zouden beheerd hebben | zouden beheerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm beheerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt beheerd | er is beheerd | |||||||||
verleden | er werd beheerd | er was beheerd | |||||||||
toekomend | er zal beheerd worden | er zal beheerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou beheerd worden | er zou beheerd zijn | |||||||||
lijdende vorm beheerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | beheerd worden | beheerd te worden | ||||||||
toekomend | beheerd zullen worden | beheerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | beheerd zijn | beheerd te zijn | ||||||||
toekomend | beheerd zullen zijn | beheerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word beheerd | wordt beheerd | wordt beheerd | wordt beheerd | wordt beheerd | worden beheerd | worden beheerd | worden beheerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd beheerd | werd beheerd | werd beheerd | werdt beheerd | werd beheerd | werden beheerd | werden beheerd | werden beheerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal beheerd worden | zult beheerd worden | zult beheerd worden | zult beheerd worden | zal beheerd worden | zullen beheerd worden | zullen beheerd worden | zullen beheerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou beheerd worden | zou beheerd worden | zou/zoudt beheerd worden | zoudt beheerd worden | zou beheerd worden | zouden beheerd worden | zouden beheerd worden | zouden beheerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben beheerd | bent beheerd | bent/is beheerd | zijt beheerd | is beheerd | zijn beheerd | zijn beheerd | zijn beheerd | |||
verleden (v.v.t.) | was beheerd | was beheerd | was beheerd | waart beheerd | was beheerd | waren beheerd | waren beheerd | waren beheerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal beheerd zijn | zult beheerd zijn | zult beheerd zijn | zult beheerd zijn | zal beheerd zijn | zullen beheerd zijn | zullen beheerd zijn | zullen beheerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou beheerd zijn | zou beheerd zijn | zou/zoudt beheerd zijn | zoudt beheerd zijn | zou beheerd zijn | zouden beheerd zijn | zouden beheerd zijn | zouden beheerd zijn |