begroef
- be·groef
vervoeging van |
---|
begraven |
begroef
- enkelvoud verleden tijd van begraven
- Ik begroef.
- Jij begroef.
- Hij, zij, het begroef.
- Ik begroef.
- ▸ Hij begroef een aantal seconden zijn gezicht in zijn handen.[1]
- Het woord begroef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "begroef" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be