bedrijfshulpverlener

Nederlands

 
training van een bedrijfshulpverlener
Uitspraak
Woordafbreking
  • be·drijfs·hulp·ver·le·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bedrijfshulpverlener bedrijfshulpverleners
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bedrijfshulpverlenerm

  1. (beroep)iemand die kan optreden in noodsituaties (zoals bijvoorbeeld ongelukken en brand) op het werk
     In Nederland rijden veel treinen rond zonder dat er een bedrijfshulpverlener (bhv'er) aan boord is. Dat gaat volgens vakbond FNV Spoor in tegen de Arbeidswet. Daarin staat dat op elke werkplek iemand aanwezig moet zijn die kan optreden in noodsituaties.[1]
     Met de kennis van EHBO is het in Nederland overigens droevig gesteld, vergeleken met andere Europese landen. Een kleine 3 procent van de Nederlanders heeft aantoonbare eerste hulpkennis, zoals een EHBO-diploma of een certificaat als bedrijfshulpverlener. In Duitsland en Oostenrijk is dat wel 80 procent, zo bleek in 2009 uit een Europese studie.[2]
     Bedrijven geven minder geld uit aan het trainen van werknemers voor calamiteiten. Er worden minder personeelsleden opgeleid en mensen die al zijn getraind tot bedrijfshulpverlener (bhv'er) krijgen minder vaak herhalingscursussen.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Veel treinen rijden zonder bhv'er” (05-01-2013), NOS
  2.   Weblink bron “Miljoen mensen hebben EHBO-app” (01-03-2013), NOS
  3.   Weblink bron “Bedrijfshulpverlener minder getraind” (12-02-2013), NOS