bedrijfseconomisch


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·drijfs·eco·no·misch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen bedrijfseconomisch bedrijfseconomischer
verbogen bedrijfseconomische bedrijfseconomischere
partitief bedrijfseconomisch bedrijfseconomischers -

Bijvoeglijk naamwoord

bedrijfseconomisch

  1. (economie) betrekking hebbend op het financiële resultaat van een onderneming
    • Het openhouden van de winkel op zondag is om bedrijfseconomische redenen onverantwoord. 
     De verenigingen vinden de lage vergoeding bedrijfseconomisch onverantwoord en zijn bang dat veel gespecialiseerde strafrechtadvocaten moeten stoppen met verhoorbijstand.[1]
     "Het zou bedrijfseconomisch heel onverstandig zijn om in de regio meerdere kleine asielzoekerscentra te openen", stelt de wethouder.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Boze advocaten stappen naar de rechter om nieuwe regels bij verhoor” (18-02-2016), NOS
  2.   Weblink bron “Geldermalsen wilde zelf graag 1500 asielzoekers” (18-12-2015), NOS