Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·drei·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van de werkwoordstam van bedreigen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord bedreiger bedreigers
verkleinwoord bedreigertje bedreigertjes

Zelfstandig naamwoord

de bedreigerm

  1. iemand die gevaar oplevert.
    • De bedreiger werd door de politie gearresteerd. 

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be