• be·del·man
enkelvoud meervoud
naamwoord bedelman bedelmannen
verkleinwoord bedelmannetje bedelmannetjes

de bedelmanm

  1. arme man die bedelt
    • God mag weten voor wie ik niet heb gebogen
      Ik boog voor koning zowel als voor lakei
      Ik keek de meester en zijn knechten naar de ogen
      Voor edelman en bedelman, ik boog voor allebei [2] 
    • Hij biedt vijftien chronologisch geordende verhalen -ik noem ze essays- over facetten van de Reformatie. Dat gaat van de vroege evangelische beweging in de Lage Landen tot ketters en papisten in het stadsbestuur van Kortrijk, van edelman Jan Utenhove en de opvoering van een ketters toneelstuk in Roborst (1543) en kunstenaars annex Luther-aanhangers in Brabant en Vlaanderen, zoals Barend van Orley, tot de constatering van de Spaanse spion Villavicencio dat „de stede van Brugghe es argher dan Genève”, van Karel van Manders medegelovige (weder)dopers tot ontuchtige monniken op de brandstapel, en meer interessants - zoals kasteelheer Filips van Wissekercke, edelman en bedelman, alchemist én calvinist. [3] 
    • Een van die agenten, Günther Guillaume, werd een topmedewerker van de West-Duitse kanselier Willy Brandt. Na jaren spionage in het hartje van de kanselarij in Bonn werd hij ontmaskerd, wat leidde tot het ontslag van Brandt in 1974. Andere agenten van Wolf verleidden eenzame secretaresses van de ministeries in Bonn en overtuigden hen om top secret documenten over te maken aan de Stasi. Oost-Duitse spionnen infiltreerden ook het NAVO-hoofdkwartier in Brussel. Wolf gaf naar verluidt gestalte aan de topspion Karla in de roman "Edelman, bedelman, schutter, spion" van John Le Carré. [4] 
86 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[5]