bedelf
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·delf
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bedelven |
bedelf
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bedelven
- Ik bedelf.
- gebiedende wijs van bedelven
- Bedelf!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bedelven
- Bedelf je?
Afrikaans
stamtijd | |
---|---|
infinitief | voltooid deelwoord |
bedelf |
bedolwe |
volledig |
Werkwoord
bedelf