bedanken
- be·dan·ken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bedanken |
bedankte |
bedankt |
zwak -t | volledig |
bedanken
- overgankelijk erkentelijkheid tot uitdrukking brengen
- Ik wil jullie bedanken voor jullie gastvrijheid.
- ▸ Allereerst wil ik alle hikers en Trail Angels bedanken die ik heb ontmoet. Het waren deze ontmoetingen die de trail magisch maakten.[1]
- inergatief weigeren aan te nemen
- Sorry, maar daar bedank ik voor.
- inergatief ~ voor: een lidmaatschap of abonnement opzeggen
- Ik wil graag voor de krant bedanken.
1. erkentelijkheid tot uitdrukking brengen
2. weigeren aan te nemen
- Het woord bedanken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bedanken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be