bedaarde
- be·daar·de
bedaarde
- verbogen vorm van de stellende trap van bedaard
vervoeging van |
---|
bedaren |
bedaarde
- enkelvoud verleden tijd van bedaren
- Ik bedaarde.
- Jij bedaarde.
- Hij, zij, het bedaarde.
- Ik bedaarde.
- verbogen vorm van bedaard, voltooid deelwoord van bedaren
- Het woord bedaarde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.