becijferen
- Geluid: becijferen (hulp, bestand)
- be·cij·fe·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
becijferen |
becijferde |
becijferd |
zwak -d | volledig |
becijferen
- overgankelijk uitrekenen
- Dat werd becijferd op drie miljoen euro.
- ▸ Over de wereldtuinbouwtentoonstelling Floriade is de laatste maanden vooral negatief geschreven. Werd bij aanvang gesproken over mogelijk twee miljoen betalende bezoekers, nu hoopt de organisatie dat de teller op de sluitingsdag op 680.000 staat. Het evenement heeft de gemeente bijna 85 miljoen euro gekost, ruim acht keer meer dan oorspronkelijk becijferd.[1]
- overgankelijk door cijfers aanwijzen
- overgankelijk (muziek) notaties door cijfers aangeven
1. uitrekenen
2. door cijfers aanwijzen
3. (muziek) notaties door cijfers aangeven
- Het woord becijferen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "becijferen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“De Floriade was een flop, maar de plantjes wil iedereen hebben” (Zaterdag 1 oktober, 12:05), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be