bebording
- be·bor·ding
- naamwoord van handeling van beborden met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bebording | bebordingen |
verkleinwoord |
de bebording v
- een plaats voorzien met (verkeers)borden
- ▸ De snelheidsbeperking geldt voor beide rijrichtingen op de Van Rechteren Limpurgsingel, vanaf de bebording tot het kruisingsvlak.[2]
- ▸ De meerderheid van de ondernemers heeft aangegeven best mensen met hoge nood te willen toelaten, zonder dat ze een consumptie aanschaffen. Daar bebording of een sticker voor ophangen, willen ze echter niet.[3]
1. een plaats voorzien met (verkeers)borden
- Het woord bebording staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bebording" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
41 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Jeroen de Kleine“Speciale borden op Van Rechteren Limpurgsingel Almelo moeten snelheid op kruispunt omlaag brengen” (09-10-2019), Tubantia
- ↑ Weblink bron Jeroen de Kleine“Hardnekkige weigering bouw openbaar toilet ergert raad Almelo mateloos” (07-11-2019), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be