• be·er·ven
  • Afgeleid van erven met het voorvoegsel be-
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
beërven
beërfde
beërfd
zwak -d volledig

beërven

  1. overgankelijk door erfenis verkrijgen
    • Het blijkt niet dat hij de heerlijkheden Oost- en Westhelvoet beërfde. 
51 % van de Nederlanders;
37 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be