Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·zen·poe·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bazenpoeper bazenpoepers
verkleinwoord bazenpoepertje bazenpoepertjes

Zelfstandig naamwoord

de bazenpoeperm

  1. (pejoratief) iemand die ten koste van alles in de gunst van de baas wil komen
     En hoe kunnen we onze baas vandaag in de bloemetjes zetten zonder over te komen als een ‘bazenpoeper’?[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. bazenpoeper op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron
    Birte Govarts
    “Hug Your Boss-day: waarom vinden we het zo moeilijk om onze baas in de bloemetjes te zetten en hoe kunnen we het toch doen?” (18 september 2020) op hln.be