Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bats
Woordherkomst en -opbouw
  • (enkelvoud): herkomst onbekend [1] [2] [3]
  • (meervoud):  bat zn  met de uitgang -s
enkelvoud meervoud
naamwoord bats batsen
verkleinwoord batsje batsjes

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als enkelvoud.

Zelfstandig naamwoord

de batsv / m

  1. (gereedschap) spade met een gebogen blad
    • Een bats is erg geschikt voor het verplaatsen van los zand. 

Zelfstandig naamwoord

de batsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bat

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord

Werkwoord

vervoeging van
batsen

bats

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van batsen
    • Ik bats. 
  2. gebiedende wijs van batsen
    • Bats! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van batsen
    • Bats je? 

Gangbaarheid

67 % van de Nederlanders;
43 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen