barbertje
Niet te verwarren met: Barbertje |
- bar·ber·tje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | barbertje | barbertjes |
verkleinwoord | - | - |
het barbertje o dim. tant. [2]
- personage uit de parabel die voorafgaat aan de roman Max Havelaar van Multatuli en een notitie erover in zijn Ideeën
- mandje van draadwerk dat onder een kastplank kan worden gehangen
- Barbertje moet hangen
ongeacht of iemand schuldig is moet die gestraft worden
- Het woord barbertje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "barbertje" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ barbertje op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be