bankrover
- bank·ro·ver
- samenstelling van bank en rover
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bankrover | bankrovers |
verkleinwoord | bankrovertje | bankrovertjes |
de bankrover m
- (financieel), (misdaad) iemand die een bank berooft
- Het woord bankrover staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bankrover" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be