• ban·ken·con·sor·ti·um
enkelvoud meervoud
naamwoord bankenconsortium bankenconsortiums
bankenconsortia
verkleinwoord

het bankenconsortiumo

  1. tijdelijke samenwerking van een aantal banken om een bepaald project aan te pakken
     Daar ligt ook direct de bottleneck van het plan. De club Feyenoord en het stadion Feijenoord, die samen de projectorganisatie Feyenoord City vormen, hebben bij lange na niet voldoende geld om de bouw van het stadion te financieren. De investering wordt voor een klein deel (20 miljoen) bekostigd uit eigen vermogen. De rest door het uitgeven van aandelen en leningen. Een bankenconsortium onder leiding van Goldman Sachs steekt 223,8 miljoen in het project.[1]
     De vier banken menen recht te hebben op de volledige omzet die nu nog wordt behaald op basis van hun pandrecht. Het gaat om de Rabobank, ING, Deutsche Bank en het Amerikaanse Bank of America Merrill Lynch. Rabobank wil als leider van het bankenconsortium niet reageren. „Dat kunnen we niet doen in een lopende zaak”, aldus een woordvoerder.[2]
  1.   Weblink bron “Zo gaat het nieuwe stadion van Feyenoord eruitzien” (Maandag 4 maart 2019, 18:44), NOS
  2.   Weblink bron “Curator Perry Sport sleept banken voor de rechter” (Donderdag 3 maart 2016, 08:38), NOS